Skip directly to Accessibility Notice

Tijd voor indekking tegen de onzekerheid van centrale banken?

18 oktober 2019

Kijktijd 6:31

CEO Jan van Eck bespreekt zijn beleggingsvooruitzichten voor de rest van het jaar en voor het begin van 2020. Door de toename in obligaties met negatief rendement geloven we dat beleggers moeten nadenken over afdekking van de onzekerheid van de centrale banken en over voorkoming van een te behoudende houding ten opzichte van vastrentende effecten.

Natalia Gurushina: Welkom bij de kwartaalvooruitzichten van VanEck. Mijn naam is Natalia Gurushina. Ik ben econoom voor opkomende markten en ik spreek vandaag met Jan van Eck, de Chief Executive Officer van VanEck.

 

Jan, de eerste vraag is zoals gewoonlijk de kortste en eenvoudigste. Wat is er van de zomer gebeurd? En wat moeten beleggers daarvan denken? Er was duidelijk een grote piek in de uitgifte van obligaties met negatief rendement en dat viel samen met hoge goudprijzen.

 

Jan van Eck: Dat klopt helemaal. De grootste marktgebeurtenis mondiaal was denk ik de negatieve rentevoet in Europa. Dat zorgde voor opwinding op het gebied van alternatieve investeringen, met goud dat de laatste zes jaar zeer sterk is opgekomen. En het was ook een goed jaar voor bitcoin. Nu moeten beleggers kijken naar afdekkingen tegen de onzekerheid van centrale banken. Want daar maken beleggers zich op twee niveaus zorgen over. Ten eerste: goud concurreert altijd met vastrentende effecten. En hoge rentevoeten zijn moeilijk voor goud, omdat goud geen yield uitkeert. Bij negatieve rentevoeten ziet goud er voordelig uit. Beleggers zijn daar enthousiast over.

 

Op de tweede plaats zijn ze ook een beetje bezorgd over de doeltreffendheid van de maatregelen van de centrale banken. De Europese Centrale Bank is de Europese economie maar blijven stimuleren, met vertraging als gevolg. Dat is denk ik een punt van zorg. Aan de andere kant hebben centrale banken duidelijk een effect op de economische groei en in combinatie met goede fiscale maatregelen kunnen ze van betekenis zijn, zoals we zagen in Japan. Maar het maakte beleggers nerveus. En dus is het belangrijkste: beleggen. Ook de toekomst is belangrijk en daarom moet je naar je goudallocatie kijken en naar je indekking tegen de onzekerheid van centrale banken. Dat is het belangrijkste. En dat blijft denk ik gelden voor het begin van 2020.

 

Gurushina: Ja. Duidelijk is in elk geval dat de zogenaamde 'race naar de bodem' van de grootste centrale banken voor extra vraag naar obligaties heeft gezorgd. Hoe moeten beleggers daar nu naar kijken? Is het een soort handel uit angst? Is het handel uit hebzucht?

 

Van Eck: Je kunt je over zo veel dingen zorgen maken. Maar beleggers moeten niet overmatig behoudend zijn in hun vastrentende portefeuilles. Ik ben vooral bang dat men denkt 'O jee, de rentevoeten dalen, dan krijgen we in 2020 dus een mondiale recessie', of 'China dit …', en dat men dan de neiging heeft om alleen maar de korte vastrentende effecten op te nemen terwijl die heel weinig opbrengen. Mij lijkt dat absoluut onjuist. Ik zal je twee tegenargumenten geven. Eerst aan de kredietkant: waarom wil je bedrijfskrediet? High yield? Waarom? Want ik denk niet dat de wereld op instorten staat. Grondstofprijzen staan laag, zeker. En het gaat niet fantastisch met China. Maar het land valt niet uit elkaar. En als je kijkt naar Europa, de groei in de V.S. (en volledige werkgelegenheid over de hele wereld) zou ik echt niet weten waarom je je over een normale kredietallocatie zorgen zou moeten maken. Dat is het belangrijkste.

 

De beleggingscategorie die volgens mij van de zomer wat meer heeft geschitterd, zijn de schuldbewijzen uit opkomende markten [EM]. Een jaar geleden vond ik dat prettig. Aantrekkelijk rendement, het was flink gedaald en dus relatief goedkoop. Zoals je misschien nog weet was er in het vierde kwartaal van vorig jaar geen correlatie met Amerikaanse aandelen. Toch een mooie balans voor je portefeuille. Maar nu hebben we echt iets positiefs om over te praten. Brazilië heeft groeibevorderende maatregelen genomen en is net klaar met de pensioenhervormingen. En dat is uiteraard een belangrijke leider voor Zuid-Amerika. En verrassend genoeg heeft India net grote verlagingen van de bedrijfsbelastingen aangekondigd, een sterke stimulans voor hun economie. Ik denk dat obligaties uit opkomende markten nu wel degelijk positief en spannend zijn. En ze hebben ook waarde.

 

Gurushina: Ja. En als econoom voor opkomende markten denk ik dat een aantal ontwikkelde markten best iets zou kunnen leren over hoe je structurele hervormingen doorvoert, want daar horen we onvoldoende over waar het gaat over de ontwikkelde wereld. Kun je nog eens terugkomen op China, want je zei dat China het niet geweldig doet, maar er is geen kritieke situatie daar? Er is wel veel heisa rond handelsspanningen, handelsconflicten. Hoe denk jij daarover?

 

Van Eck: Het handelsconflict haalde deze zomer de krantenkoppen. En dat blijft waarschijnlijk nog wel even zo. Mijn gevoel zegt: negeer politiek in uw portefeuille. Dat is een soort lange-termijn-waarheid die ik geleerd heb toen ik twintig jaar geleden in deze sector begon. Op politieke gebeurtenissen valt niet te anticiperen: een les die we deze zomer steeds opnieuw hebben geleerd. Je weet niet wat Trump gaat tweeten over de handelsoorlog. Je weet niet hoe de verkiezingen in Argentinië gaan verlopen. Die uitslag is voor iedereen een verrassing. En dan heb je nog de militaire aanval op de Saudi-Arabische olie-installatie.

 

Je kunt je portefeuille niet samenstellen rondom politiek risico. Dat is echt te ingewikkeld. Wanneer je er in de krant over leest en je hebt het in je portefeuille, dan is het al te laat. Een ander politiek punt dat vaak terugkomt in gesprekken over portefeuilles is ESG [environmental, social and governance] en ik kan u zeggen dat we op dat gebied veel onderzoek verrichten. Het is heel moeilijk om bedrijven te vergelijken en gegevens laten zich lastig grondig onderzoeken. Wees voorzichtig om uw portefeuille te veel te laten afhangen van die twee politieke elementen: de handelsoorlog en ESG.

 

Gurushina: Ja. Wat betreft China moet je eigenlijk ook zeggen dat het monetair beleid betrekkelijk gelimiteerd was. De centrale bank is niet van plan om zomaar goedkoop krediet in de economie te pompen en dat is best prijzenswaardig.

 

Van Eck: Dat klopt helemaal. In plaats van minder groei zou de groei wat stabieler mogen zijn.

 

Gurushina: En van hogere kwaliteit.

 

Van Eck: En dat is goed. Dat is goed voor beleggers in vastrentende effecten.

 

Gurushina: Geweldig. Jan, hartelijk dank. En u bedankt voor het meeluisteren. Meer inzichten van de specialisten van VanEck vindt u op vaneck.com/ucits/subscribe.